Je hebt waarschijnlijk ooit wel eens een betalingsregeling getroffen, hetzij als schuldeiser, hetzij als schuldenaar. Soms is betaling van een hoog bedrag nu eenmaal onmogelijk en is betaling in termijnen de enige oplossing. Mits beide partijen het hierover eens worden. Ook wij als incassospecialisten treffen regelmatig betalingsregelingen, als dat in het belang is van onze cliënt. Uiteraard altijd in overleg. Tot zover niets nieuws onder de zon.
Opzegging betalingsregeling
Maar kun je als crediteur ook tussentijds een betalingsregeling opzeggen, als je denkt of zelfs zeker weet dat de schuldenaar een hogere aflossing kan betalen? Of zelfs ‘uit betrouwbare bron’ weet dat hij inmiddels het gehele bedrag in één keer kan voldoen? Die vraag wordt ons regelmatig gesteld en het antwoord daarop is een “Ja, mits”. Het kan dus in bepaalde omstandigheden. De wettelijke hoofdregel is dat een betalingsregeling die geldig tot stand is gekomen én stipt wordt nagekomen, niet kan worden beëindigd. In de rechtspraak is hierop een uitzondering geformuleerd [ECLI:NL:GHAMS:2013:2786], namelijk dat van een schuldeiser soms niet kan worden verlangd dat hij genoegen neemt met een ongewijzigde betalingsregeling. Dat is bijvoorbeeld het geval als de “financiële situatie van de schuldenaar zich sinds de totstandkoming van de betalingsregeling aanzienlijk heeft verbeterd”.
Herzieningsclausule
Cruciaal is dat dit laatste wel apart wordt vastgelegd in de regeling. Mijn advies zou zijn om in betalingsregelingen een zgn. “herzieningsclausule” op te nemen. Dat is een bepaling waarin je als schuldeiser het recht voorbehoudt om de betalingsregeling tussentijds te wijzigen. Bijvoorbeeld als de financiële positie van de schuldenaar sterk verbetert. Wees er alert op dat een dergelijke clausule zorgvuldig wordt geformuleerd, omdat de schriftelijke betalingsregeling voor uitleg vatbaar is volgens de Haviltex-criteria (“interpretatieregels” voor overeenkomsten). Doe je dat niet, dan ben je aangewezen op het beginsel van ”redelijkheid en billijkheid” op grond van artikel 6:248 lid 2 BW en een beroep daarop wordt niet snel aanvaard. Het Hof zwijgt over de mogelijkheid om de betalingsregeling te wijzigen op grond van onvoorziene omstandigheden (artikel 6:258 BW), maar voor het slagen daarvan ligt de lat ook hoog.
Duur betalingsregeling niet relevant
Ook uit de rechtspraak [O.a. ECLI:NL:RBNHO:2017:6268] daarna blijkt dat een betalingsregeling in beginsel kan worden gewijzigd. In die zaak werd door de schuldeiser ‘Ingenieursbureau I.O.B.’ ook een beroep gedaan op het arrest van het Hof (zie hiervoor). Echter, hier werd de gevraagde wijziging van de betalingsregeling afgewezen. Dat het “nog geruime tijd zal duren voordat de door Ingenieursbureau I.O.B. gestelde hoofdsom is afgelost”, vond de rechter geen goed argument. Immers: dat was al bekend bij het aangaan van de betalingsregeling. Bovendien heeft de wederpartij, aannemingsbedrijf De Nijs, alle aflossingen altijd netjes op tijd betaald. En als De Nijs dat niet zou hebben gedaan, dan had hij sowieso eerst in gebreke moeten worden gesteld, oordeelt de rechter. In de regeling was per abuis niet bevestigd dat De Nijs bij te late betaling ook zonder ingebrekestelling al in verzuim was. Daardoor was er geen grond voor beëindiging van de regeling. Zo zie je maar weer eens hoe belangrijk het is dat afspraken juridisch correct worden vastgelegd.
Formulering betalingsregeling
Uit de behandelde jurisprudentie blijkt dat een betalingsregeling wel degelijk tussentijds kan worden gewijzigd, maar dat hiervoor strenge eisen gelden. Dat is al terug te voeren op het oude Romeinse rechtsbeginsel: “Pacta sunt servanda” oftewel “afspraken moeten worden nagekomen”. Een betalingsregeling is natuurlijk een duidelijke afspraak tussen twee partijen en de hoofdregel is dat die moet worden gerespecteerd. Uit deze zaak blijkt ook nog eens dat de formulering van de tekst van de regeling zeer nauw luistert.
Goed om te weten
Leg altijd in de betalingsregeling fatale termijnen vast, zodat duidelijk is wanneer iedere aflossing moet zijn ontvangen. Bepaal ook dat “indien een of meerdere termijnen niet of niet tijdig zijn betaald, de regeling direct vervalt en het (restant) bedrag ineens opeisbaar is, zonder nadere ingebrekestelling vooraf”.
Als je dan ook nog eens afspreekt dat de eerste termijn per omgaande moet worden betaald, heb je het goed en effectief geregeld. De schuldeiser kan dan bij niet-nakoming namelijk direct de incassoprocedure starten voor het totale bedrag. Of voor het restant bedrag, als al aflossingen hebben plaatsgevonden. Vergeet niet een “‘herzieningsclausule” (bijv. meer aflossingscapaciteit) op te nemen. Die is handig voor het geval je als schuldeiser de betalingsregeling tussentijds wilt intrekken of wijzigen.
Heb je vragen over een betalingsregeling? Of wil je er als schuldeiser juist vanaf? Neem dan gerust contact op voor advies via office@jurato.nl